dinsdag 3 mei 2011

Auteursechtpaar Uding & Uding presenteren gezamenlijk een boek en dichtbundel

Oud-leerlinge ontmoet oud-leraar
Het zal je maar gebeuren, staat er op het antwoordapparaat het bericht van een van je oud-leraren dat hij via jouw bureau een dichtbundel wil uitbrengen. Ik denk ( en hoop) dat iedereen wel een of meer favourite oudleraren en -leraressen heeft gekend en dan is het bijzonder om elkaar jaren later weer te ontmoeten, in een dan wel totaal andere omgeving. Bij ons was dat op een terras in Laren en we hebben leuke herinneringen opgehaald. Deze leraar had meer dan dertig jaar geleden al zijn eerste dichtbundel uitgegeven en uitgedeeld in onze klas, zijn tweede dichtbundel kwam onlangs dus tot stand via een van zijn oud-leerlingen!

Onderwijl had zijn vrouw, Irmy Uding, een manuscript geschreven en wij hebben het zo georganiseerd dat zij samen op een winterse dag op het podium zijn dichtbundel en haar boek uitgereikt kregen. Een bijzonder moment voor dit auteursechtpaar.



Kom binnen om mee te belevenmee te denken
mee te lachen
mee te huilen
mee te herinneren
mee te genieten


Karakteristiek Hans Uding
Op het eerste gezicht en gehoor een horizontaal denkende man, maar na diepere kennismaking ervaar je de verticale diepgang in diezelfde man. Hij is als een ijsberg: zijn verzen geven veel onderwaters bloot. Wie de moeite neemt hem te proeven in zijn verzen, voelt het ijs langzaam smelten. In de wachtkamer van het leven zijn zijn verzen de stilte naar het eeuwig leven.
Dimitri Bobbe




Over de auteur:Hans Uding werd geboren op 18 mei 1934 in Amersfoort onder het teken Stier. Hij werd econoom en was directeur van een verzekeringsmaatschappij. Verkoos na enige tijd het vrije beroep en startte een hypotheek- en verzekeringsadviesbureau en bemiddelde tevens in onroerend goed. Gaf naast deze werkzaamheden, omdat er een tekort was aan leraren economie, 10 jaar les op het Catharijne College te Utrecht.
Het werken met jeugd beviel hem zeer goed. In een depressieve periode begon hij ineens te dichten en gelukkig is dat gebleven. Hij vindt het heerlijk zijn gevoelens op deze manier te kunnen verwoorden. Telkens doet hij de mensen verbaasd staan op de wijze waarop hij fijntjes de situatie en vooral de mens daarin neerzet. Zijn humor vervalt nooit in het grove of uitbundige, het doorprikken van alle poespas en dikdoenerij, niet te vergeten zijn bewogenheid en gevoeligheid, dat tekent Hans ten voeten uit. Zijn kracht ligt in het relativerende, in het ontdekken van verrassende kanten aan gewone dingen.
Het bewijs van dit alles zijn zijn gedichten of zijn het gedachten?